Met nog een maand te gaan, begint het waarschijnlijk al aardig te kriebelen. Mogelijk ben je zelfs wat nerveus en vraag jij je af of je voldoende gedaan hebt, om straks die prachtige toertocht, uitdagende cyclo of loodzware meerdaagse op een goede en fitte manier te voltooien. Of je bent zelfverzekerd, omdat het fietsen je al makkelijk afgaat en je de vorm voelt toenemen. Voor iedereen is die laatste maand weer anders.
Wielrennen – blijf in training
De afgelopen maanden heb je hard getraind, goed gerust en waarschijnlijk ook veel dingen gelaten. Alle vrije tijd ging op aan trainen. Vanaf nu is er focus nodig op de ultieme prestatie die je over een maand gaat leveren.
Het betekent in elk geval dat je rustig moet blijven doortrainen, maar dat je niet meer tot het uiterste hoeft te gaan. Althans, dat is mijn ervaring. De basis heb je namelijk in de voorgaande maanden gelegd. Ik wissel in deze periode wat duurtrainingen af met wat serieuze maar korte intervaltrainingen. Ook doe ik intervaltrainingen op wat viaducten en bruggen (omdat we hier in het Westen nou eenmaal geen heuvels hebben), waarmee je én je spierkracht traint én je uithoudingsvermogen. Neem tussen de trainingen voldoende rust en ga op tijd naar bed. Neem wat minder koffie, zodat je lichaam straks wat profijt kan trekken aan de cafeïne die je tijdens het evenement nuttigt.
Als duurtraining rij ik nog af en toe een toertocht. Puur om kilometers te maken en zitvlees te kweken. De kunst is om in topvorm te zijn op het moment dat je aan jouw ultieme uitdaging gaat beginnen.
De laatste week
De laatste week voor jouw sportieve uitdaging de benen in de lucht en niets meer doen? Dat is in mijn ogen niet nodig. Als je goed getraind hebt en je fietst drie keer in de week, dan is een hele week complete rust te veel. Als je een paar echte rustdagen combineert met lichte trainingen, dan sta je op scherp op het moment dat het moet gebeuren. De kern van die laatste week is dat je licht traint. Een paar rustdagen zijn goed, maar het is in mijn ogen niet nodig een hele week stil te zitten. Door die paar rustdagen ben je helemaal fris en heb je zin om met de gespaarde energie er tegenaan te gaan op de dagen dat het straks echt moet. Uiteraard is hetgeen ik in mijn blog schrijf een leidraad, gebaseerd op mijn eigen ervaringen. Per fietser verschilt wat het beste werkt. Dat zal je door ervaring weten en kunnen toepassen. Uiteraard is het ook mogelijk om je te laten begeleiden.
TIP!
Voordat ik je enorm veel succes ga wensen met de sportieve uitdaging die je aangaat, nog een laatste tip. Die heeft betrekking op het materiaal van je fiets.
De fietsenmaker is in de bergen vaak niet om de hoek. Het is verstandig om reservespullen mee te nemen. Denk daarbij aan: binnenbanden, buitenbanden, remblokjes, een nieuwe ketting, een quick link en gereedschap, waaronder, inbussleutels, schroevendraaiertje en een kettingpons. Ook reservewielen zijn nuttig. Doe je mee aan een georganiseerd evenement, dan is het vaak het reservemateriaal wel aanwezig. Maar toch, zorg dat je er niet van afhankelijk bent. En tenslotte, vergeet geen reserve derailleurpad mee te nemen. Het is erg vervelend om je achterpad te buigen of te breken, maar nog vervelender als de organisatie of fietsenmaker nou net niet die derailleurpad of achterhanger heeft die op jouw fiets past. Neem dus altijd de goede vanuit huis mee.
Succes!
Goed, meer tips heb ik niet. Doe er je voordeel mee en waanzinnig veel succes gewenst met de uitdaging waar je zo veel voor gedaan hebt en naar hebt uitgekeken. Maak er een onvergetelijke ervaring van en wees trots op wat je presteert. Dan kijk je er straks met geweldig veel voldoening op terug.