Hardlopen lijkt simpel: je trekt je schoenen aan en gaat. Maar als je beter wilt worden, moet je begrijpen hoe training werkt. Een belangrijke training voor elke loper is de duurloop.
Duurlopen zijn de basis van elke goede hardlooptraining:
- Loop rustig genoeg om te kunnen praten
- Je hartslag moet tussen 60-75% zijn
- Bouw langzaam op: maximaal 10% per week meer
- Kies schoenen met goede demping voor lange lopen
- Eet en drink goed voor, tijdens en na de training
- Wees mentaal sterk door de afstand op te delen
Verbetering komt niet van één training maar van maanden consequent trainen op de juiste intensiteit. Langzaam lopen maakt je uiteindelijk sneller.
Wat is een duurloop?
Een duurloop is een lange, rustige hardlooptraining ook wel in het Engels “Long Slow Distance” (LSD) genoemd. Het doel is niet om snel te lopen, maar om lang te kunnen lopen om je uithoudingsvermogen te trainen.
Veel lopers maken een fout dat ze te hard lopen en denken dat sneller altijd beter is. Dit klopt niet. Bij een duurloop moet je juist zo rustig lopen dat je makkelijk kunt praten. Als je naar adem moet happen tijdens het praten, loop je te hard.
Waarom is langzaam lopen belangrijk?
Langzaam lopen lijkt misschien tijdverspilling. Maar in je lichaam gebeurt heel veel:
- Je cellen worden sterker
In je spiercellen zitten mitochondriën. Dit zijn kleine energiefabriekjes. Als je rustig loopt, maak je meer van deze fabriekjes. Hoe meer je er hebt, hoe meer energie je kunt maken. Dit gebeurt voornamelijk bij rustige trainingen en niet bij snelle trainingen. - Je krijgt meer bloedvaten
Rustig lopen zorgt ervoor dat je lichaam nieuwe kleine bloedvaten aanmaakt. Dit wordt capillairen genoemd. Ze brengen zuurstof naar je spieren. Meer bloedvaten betekent meer zuurstof. Meer zuurstof betekent dat je langer kunt lopen. - Je leert vet verbranden
Je lichaam heeft twee soorten brandstof: koolhydraten en vet. Koolhydraten zijn na ongeveer 90 minuten intensief lopen verbrandt. Je lichaam gebruikt bij harder lopen vooral koolhydraten. Bij rustig lopen leert je lichaam om vet te gebruiken.
Hoe weet je dat je rustig genoeg loopt?
Er zijn drie manieren om te checken of je tempo goed is:
- De praattest
Dit is de makkelijkste methode. Kun je tijdens het lopen volledige zinnen uitspreken? Dan is het goed. Moet je naar adem happen? Dan loop je te hard. - Hartslag meten
Voor een rustige duurloop moet je hartslag tussen 60% en 75% van je maximale hartslag liggen. Hoe bereken je je maximale hartslag?
Er is een handige formule (Karvonen):
1. Meet je rusthartslag ’s ochtends in bed (bijvoorbeeld 60 slagen/minuut)
2. Schat je maximale hartslag: 220 minus je leeftijd (bijvoorbeeld 180 voor iemand van 40)
3. Bereken het verschil: 180 – 60 = 120 (dit heet hartslagreserve)
4. Neem 60% tot 75% hiervan: 72 tot 90
5. Tel je rusthartslag erbij op: 132 tot 150 slagen/minuut
Dit is je zone voor een rustige duurloop. - Gevoel
Je moet het gevoel hebben dat je dit lang kan volhouden. Het voelt makkelijk, bijna saai.
Let op: je hartslag stijgt tijdens lange lopen
Tijdens lange duurlopen stijgt je hartslag, ook al loop je even snel. Dit heet “cardiac drift”.
Waarom gebeurt dit?
Je lichaam wordt warm en om af te koelen, gaat bloed naar je huid. Tegelijk verlies je vocht door zweet. Hierdoor is er minder bloed beschikbaar voor je hart en moet het sneller kloppen om hetzelfde werk te doen.
Wat moet je doen?
Bij een lange duurloop (langer dan een uur) is het slim om je hartslag in de gaten te houden. Als je hartslag te hoog wordt, ga dan langzamer lopen. Het is beter om langzamer te lopen met de juiste hartslag, dan snel te lopen met een te hoge hartslag.
Verschillende soorten duurlopen
Niet elke duurloop is hetzelfde. Hier zijn de belangrijkste types:
Lange rustige duurloop (LSD): Dit is de langste en langzaamste training. Je loopt op een praattempo. Het doel is uithoudingsvermogen opbouwen en de vetverbranding te stimuleren.
Herstelloop: Een zeer rustige en korte loop (30-45 minuten), meestal uitgevoerd de dag na een zware sessie. Het doel is het lichaam actief laten herstellen van een eerdere inspanning.
Tempoloop: Een snellere training op een “comfortabel hard” tempo. Je kunt nog praten, maar dit kost wel moeite. Het doel is je anaerobe drempel verhogen om snelheid langer vol te houden.
Progressieve duurloop: Een training voor gevorderden waarbij je rustig begint en steeds sneller eindigt. Het doel is leren blijven presteren terwijl de vermoeidheid toeneemt.
De 10% regel: niet te snel opbouwen
Dit is misschien wel de belangrijkste regel: verhoog je afstand niet met meer dan 10% per week.
Een voorbeeld:
- Week 1: je loopt 20 kilometer in totaal
- Week 2: maximaal 22 kilometer (10% meer)
- Week 3: maximaal 24 kilometer
Waarom? Je spieren worden snel sterker. Maar je pezen en gewrichten hebben meer tijd nodig. Als je te snel opbouwt, is de kans groter op een blessure
Welke schoenen moet je gebruiken?
Hardloopschoenen zijn de laatste jaren enorm verbeterd. Er zijn drie belangrijke materialen in hardloopschoenen. EVA is voor comfort, TPU voor duurzaamheid, en PEBA voor maximale snelheid en responsiviteit
EVA (Ethyleenvinylacetaat)
EVA (Ethyleenvinylacetaat) zorgt voor lichtgewicht comfort en schokdemping.
- Goedkoop en stabiel
- Wordt na verloop van tijd harder
- Goed voor beginners
TPU (Thermoplastisch Polyurethaan)
TPU biedt duurzaamheid en stabiliteit voor de lange afstand (goed voor lange duurlopen)
- Blijft lang goed, zelfs na honderden kilometers
- Zwaarder dan andere materialen
- Ideaal voor lange, rustige duurlopen
PEBA (Polyether blok amide)
PEBA biedt extreme energieteruggave en is voornamelijk gericht op prestaties. Bijvoorbeeld voor wedstrijden
- Heel licht en veel energieteruggave
- Relatief duur
- Vooral voor wedstrijden en snelle trainingen
Let op met carbon
Sommige schoenen hebben een harde plaat in de zool. Dit helpt bij snelle trainingen en wedstrijden. Maar voor rustige duurlopen is het niet nodig. De plaat kan de belasting op je lichaam veranderen. Gebruik voor duurlopen gewone hardloopschoenen met goede demping.
Wanneer moet je nieuwe schoenen kopen?
De meeste hardloopschoenen hebben een levensduur tussen de 500 en 750 kilometer. Daarna zijn je schoenen versleten. Dit merk je vooral in de demping die minder goed werkt en vergroot het risico op blessures.
Eten en drinken bij duurlopen
Voor de training (2-3 uur van tevoren)
Eet koolhydraten die makkelijk verteren:
- Wit brood met jam
- Havermout met banaan
- Rijst
Tip: Vermijd vette producten en veel vezels. Die liggen zwaar op je maag. Voor een lange training is het aanbevolen om gebruik te maken van sportvoeding zoals een energiereep of energiegel.
Tijdens de training
- Korter dan 60 minuten: water of 1 energiegel is vaak genoeg
- 75 minuten tot 2 uur: 30-60 gram koolhydraten per uur (bijvoorbeeld sportdrank of gels)
- Langer dan 2 uur: 60-90 gram koolhydraten per uur
Tip: oefen met eten en drinken tijdens trainingen. Je darmen moeten hieraan wennen. Probeer in wedstrijden niets nieuws.
Na de training (binnen 30 minuten)
Neem een snack met koolhydraten en eiwit. Bijvoorbeeld:
- Chocolademelk
- Recovery shake
- Banaan met pindakaas
Dit helpt je lichaam om het herstelproces te versnellen
Mentaal sterk blijven tijdens lange lopen
Lange duurlopen zijn niet alleen fysiek zwaar. Ook mentaal is het een uitdaging. Hier zijn tips:
Verdeel de afstand
Zie een loop van 20 kilometer niet als één geheel. Maak er 4 blokken van 5 kilometer van. Focus alleen op het huidige blok.
Gebruik afleiding
Luister naar muziek of een podcast. Dit helpt vooral in het begin van de loop, als het nog makkelijk is.
Kies een goede route
Loop liever van A naar B dan rondjes. Elke stap brengt je dichter bij huis. Dat voelt beter dan weten dat je nog een rondje moet.
Voorbeeldschema: 12 weken naar een halve marathon
Dit schema is voor iemand die al 10 kilometer kan lopen en wil bouwen naar een halve marathon.
Let op: de lange duurloop staat altijd in het weekend.
| Week | Training 1 (di/wo) | Training 2 (do/vr) | Training 3 (za/zo) |
| 1 | 6x 400m snel | 6 km rustig | 8 km rustig |
| 2 | 5x 5 min vlot | 7 km rustig | 10 km rustig |
| 3 | 8x 400m snel | 7 km rustig | 12 km rustig |
| 4 | 5 km heel rustig | 5 km rustig | 8 km rustig (herstelweek!) |
| 5 | 5x 1 km snel | 8 km rustig | 14 km rustig |
| 6 | 20 min tempoloop | 8 km rustig | 15 km rustig |
| 7 | 3x 2 km snel | 9 km rustig | 16 km rustig |
| 8 | 6 km heel rustig | 6 km rustig | 10 km rustig (herstelweek!) |
| 9 | 6x 1 km snel | 10 km rustig | 18 km (laatste 3 km sneller) |
| 10 | 2x 3 km wedstrijdtempo | 8 km rustig | 14 km rustig |
| 11 | 4x 500m scherp | 6 km rustig | 10 km heel rustig |
| 12 | 20 min loslopen | Rust | Halve marathon! |
Belangrijke tips:
- Elke vierde week is een herstelweek met minder kilometers
- De lange loop wordt elke week iets langer (10% regel)
- Luister naar je lichaam: pijn betekent stoppen